De voorloper van de huidige piano is de Gravicembalo Col Piano e Forte, ontwikkeld door Christofori rond 1720. Het was een instrument met een hamermechaniek die het mogelijk maakte dat de speler met de aanslag van de toets zacht(piano) tot en met luid(forte) kon spelen.
Gestimuleerd door grote componisten zoals o.a. Mozart, Beethoven en later Chopin en Liszt kwam de populariteit van het instrument in stroomversnelling. Door de grote vraag ontstonden midden 19de eeuw de grote pianobouwers zoals, Bösendorfer, C. Bechstein, Blüthner, Steinway en Steingraeber.
De ontwikkeling van de piano en vleugel is dus voor het overgrote deel een Europese aangelegenheid. Nog steeds worden in Europa ’s werelds beste piano’s en vleugels gebouwd.
Het maken van piano’s en vleugels is hoofdzakelijk handenarbeid met veel aandacht voor detail. De meeste pianobouwers hebben een lange traditie, zijn in familiehanden en onderscheiden zich door hun ervaring en kennis.
De verschillen tussen Europese en Aziatische vleugels zijn te vinden op bouwtechnisch vlak, keuze van het materiaal en de mechaniek.
Een fabriek in Azië produceert tot 170.000 piano’s per jaar met een zeer korte productietijd. De arbeiders kennen het volledige bouwproces niet, maar enkel hun handeling in de lijn, de alom bekende massaproductie.
De Europese klavierfabrieken bouwen veel minder instrumenten met een productietijd tussen de 6 en 12 maanden. De klavierbouwers zijn volledig geschoold in het hele proces van pianobouw dankzij hun jarenlange opleiding.
Een belangrijk onderdeel van de piano is de zangbodem. De Zangbodem zorgt voor de verspreiding en kwaliteit van de klank. De juiste keuze van hout is hier van groot belang. Europese instrumenten gebruiken Europees hout, eigenhandig uitgekozen door de pianofabriek. Het hout krijgt in Europa voldoende tijd om het belangrijke droogproces te doorlopen zodat de nerfstructuur niet wordt beschadigd. Dit resulteert in een boventoon en kleurrijker klankbeeld t.o.v. de Aziatische.
Bij de Aziatische instrumenten gebeurt dit niet door de tijdsdrang en volgt er een kort kunstmatig droogproces.
Ondanks de technische perfectie van Aziaten is de Europese vleugelmechaniek kwalitatief nog steeds onovertroffen omdat ze stabieler is en een grotere finesse heeft.
Hamerkoppen geven de intensiteit van de aanslag door via de brugkam naar de zangbodem. Door de herhaalde intonatie en de afregelingen in de Europese pianofabrieken worden de hamerkoppen herhaaldelijk voorbereid om het beste blijvende klankresultaat te bekomen.
Massaproductie in Azië biedt minder intonatiemogelijkheden omdat o.a. hun hamerkopvilt niet dezelfde kwaliteit heeft als de Europese en er weinig of geen tijd in de voorbereidingsfase wordt gestoken.
Topfabricaten zoals Blüthner, Steingraeber, Rönisch en Haessler bouwen al meer dan 170 jaar piano’s. Ze hebben de evolutie van klank en speelaard van de piano bepaald.
De Duitse topfabrikaten zoals Blüthner en Steingraeber worden nog steeds gerund door de gelijknamige families.
Duitse piano’s en vleugels zijn gebouwd om generaties speelplezier te garanderen. De Duitse fabrieken bouwen voor generaties, de Aziatische bouwen voor een kortere levensduur.
Compleet gerestaureerd bestaat niet! Als men effectief alle onderdelen zou vervangen door originele nieuwe onderdelen dan is de prijs van een gerestaureerde piano evenveel als een nieuwe.
Bij een restauratie maakt men altijd een balans op tussen nieuwe onderdelen en welke nog origineel kunnen blijven, in de hoop dat beide onderdelen samen kunnen werken.
In verhouding is een ‘gerestaureerde piano’ dus niet te vergelijken met een nieuw Europees instrument, het blijft een oud instrument. Voor de prijs van een gerestaureerd oud instrument kan je een nieuwe Duitse piano zoals een Rönisch of Haessler verkrijgen.
Men adverteert veel over restauratie om de authentieke romantische klank terug te verkrijgen. Uiteraard zal een gerestaureerd instrument beter klinken na restauratie omdat de metalige klank die werd veroorzaakt door versleten onderdelen is aangepast.
Maar de authentieke bouwers maken vandaag hun nieuwe instrumenten met dezelfde passie, bouwwijze en romantische klank als 175 jaar geleden. Hun kenmerkende zuivere klank heeft een grote draagkracht met rijke boventonen. Ze is niet metalig en biedt mogelijkheden aan de grote en verfijnde nuances van het instrument.
De meeste piano’s worden vandaag in Azië geproduceerd. In Duitsland is er een controle orgaan die erop toeziet dat deze instrumenten daadwerkelijk in Duitsland worden geproduceerd.
Zij reiken het BKV label uit of het’ Brand of the Century’. Made in Germany is niet voldoende bewijs van echtheid.
Welke piano’s en vleugels worden vandaag nog in Duitsland gemaakt: Blüthner, C. Bechstein, Rönisch, Haessler, Steinway, Steingraeber
Elk Duits instrument is een ‘piece of art’ en dit al meer dan 170 jaar!